5 Afweersystemen

Het oplopen van frustratie voelt dermate ongemakkelijk aan dat wij dit gevoel zoveel mogelijk zullen proberen afweren.
Iedereen gebruikt afweersystemen in meerdere of mindere mate naast psychisch slecht beginnen functioneren. We kunnen dat beschouwen als vast komen te zitten in neurotische of soms psychotische systemen door het niet kunnen verwerken van frustraties, het is te veel geworden.
Volgens prof. Dr. P.C.Kuiper is het zelfs zo dat bij bepaalde typen neurosen of psychosen voornamelijk van bepaalde afweersystemen gebruik gemaakt wordt, ze zijn als het ware een kenmerk van de psychische staat waarin men verkeert.
Zo stelt hij vast dat iedereen afweer gebruikt maar er tegelijk eigenlijk het slachtoffer van is, aangezien het soms leidt tot vastgelopen situaties die onaangenaam zijn , niet alleen voor degene die met de afweer geconfronteerd wordt, maar ook voor degene die afweert zelf.
Hij onderscheid volgende afweersystemen:
1VERDRINGING Een van de meest gebruikte afweersystemen is verdringing : een behoefte lijkt afwezig, bijv. de seksuele behoefte. Of men heeft een emotie verdrongen, bijv. boosheid . De behoefte wordt volledig naar het onbewuste terug gedrongen, men is er zich niet meer van bewust.
2 OVERDEKKING DOOR HET TEGENDEEL De overbezorgdheid is daar een voorbeeld van. In feite voelt men impulsen die niet in overeenstemming zijn met wat de omgeving zou verwachten. Een vijandigheid of boosheid kan niet toegelaten worden en een vorm van liefde wordt gebruikt om de gevoelens van ergernis te onderdrukken, in dit geval een overmatige bezorgdheid die voor de betrokkenen in feite onaangenaam is.
3 PROJECTIE We menen in anderen te ontdekken wat we niet kunnen waarnemen in onszelf, wat als ontoelaatbaar beschouwd wordt in onszelf. Achterdocht is daar een voorbeeld van : je denkt dat anderen iets in hun schild voeren tegen jou of boos zijn op jou terwijl je eigenlijk zelf gevoelens van boosheid hebt. We menen dat anderen ons beschuldigen terwijl we eigenlijk onszelf beschuldigen.
4 VERSCHUIVING,VERPLAATSING (displacement) We zijn boos op de ene, terwijl we ons daar niet van bewust zijn omdat we het niet kunnen toelaten het te uiten, en leven onze woede uit op de andere. Soms wordt de woede naar zichzelf gekeerd, zowel lichamelijk, door een mishandeling van ons eigen lichaam, als psychisch. Zo kan ook depressie beschouwd worden als het richten van de agressie op de eigen persoonlijkheid.
5 ISOLEREN TEN OPZICHTE VAN HET AFFECT Het gevoel wordt losgemaakt van de inhoud van bepaalde gedachten over bepaalde gebeurtenissen. Men weet het wel maar men voelt het niet, men rationaliseert het. Het verschil met verdringing is dat daar ook de cognitieve inhoud onbewust is. Isoleren bevat een hele groep van afweerfuncties en omvat allerlei technieken waardoor de verbinding van psychische inhouden, functies en structuren voor een zekere tijd wordt onderbroken. Ook splitting hoort bij deze groep, het is het splitsen van een persoon, bijvoorbeeld de moeder, in enkel goed of enkel slecht omdat men moeite heeft om met de ambivalente gevoelens om te kunnen gaan. Men kan niet aannemen dat de persoon in feite beide kanten heeft.
6 ONTKENNING,LOOCHENING Dit is het niet kunnen waarnemen van iets in de buitenwereld, in de werkelijkheid. Soms is het doelmatig, zoals in de eerste fase van een rouwproces, maar het wordt ondoelmatig wanneer we bijv. niet meer kunnen de juiste maatregelen treffen.
7 REGRESSIE Dit is het omgaan met een frustrerende ervaring door terug te vallen op een eerdere fase in de ontwikkelingcyclus. Dit is dus een terugvluchten naar een manier van zijn zoals in een vroegere fase. Het is dus in feite een positief adaptief proces . Blijft men in die fase steken dan spreekt men van fixatie .Dit is een blijven vasthouden aan de kenmerken van die vorige fase en dit belemmert ons te groeien naar genitaal functioneren toe.
Opmerking : Kuiper beschrijft ook een “regressie ten dienste van het Ik” die essentieel is voor de ontplooiing : “het wegzinken in of opstijgen naar een toestand van onbeschrijfelijk, ‘woordeloos’ geluk kan men zien als het hervinden van de veiligheid die men als kind bij moeder had.”
8 IDENTIFICATIE Dit betekent zich vereenzelvigen met iemand, de expressie van iemand in woord en gebaar overnemen. Het is een afweermechanisme wanneer het dient om de angst en de gevoelens van onmacht weg te werken. Een gekende vorm daarvan is het Stockholmsyndroom waar men zich gaat identificeren met zijn agressor, bijv. bij een ontvoering.
Opmerking : Identificatie heeft ook een positieve kant, en is in die functie belangrijk voor de ontwikkeling, namelijk wanneer het kind zijn rolmodel gaat imiteren . Zo wordt hij aangeleerd hoe “mens” te zijn en welke regels in onze maatschappij gelden. Het hoort bij de opvoeding.
9 TURNING PASSIVE INTO ACTIVE Dit is het anderen actief aandoen wat men zelf heeft moeten ondergaan.” Slachtoffer wordt dader”. Men heeft zich vroeger onmachtig gevoeld en probeert dit te verwerken door nu zelf de macht te nemen over iemand (of iets) anders. Soms is dit mechanisme functioneel en kan daardoor een krenking verwerkt worden. Soms werkt het echter niet en wordt het geledene eindeloos aan anderen aangedaan.
Opmerking :Het wordt nog onderscheiden van het positieve systeem : iets doen in de omkering. Dit is namelijk iets (positiefs)aan anderen geven dat men zelf graag had gewild, bijv. een knuffel of iemand verwennen.
10 COMPENSATIE Dit is een onbewuste manier om een frustratie niet te laten doordringen door zich intensief met iets anders te gaan bezighouden. Dit kunnen heel verschillende dingen zijn, gaande van zowel te veel werken, obsessief met een hobby bezig zijn, als zich wenden tot alcohol. Typisch is het drangmatige. We zouden kunnen stellen dat dit beantwoordt aan een vluchtgedrag.
Opmerking : veel gebruikt is sublimatie Sublimeren is eigenlijk geen afweer in die zin dat het een omzetten is van frustratie op een bepaald domein naar een ander domein waar er geen conflict in bestaat, dus de frustratie wordt in iets positiefs omgezet. Men blinkt er dan zelfs in uit en maakt door het tevreden gevoel de frustratie ongedaan.

Kuiper besluit : “Er is dus een groot onderscheid tussen de verschillende manieren om met frustraties om te gaan en om op innerlijke conflicten te reageren; sommigen zijn destructief, andere adaptief en constructief…Genezen van een neurose houdt ook in, wanneer de driften niet bevredigd kunnen worden, het zich verwerven van constructieve methoden om gevoelens van spanning, verdriet en angst te overwinnen….Uiteraard kan men niet zo maar zien of iemand werkelijk zijn verlangens kan bevredigen. Rusteloosheid, zich nooit kunnen ontspannen, geeft te denken.”

Een gevoel van niet tot rust kunnen komen is iets wat velen zullen herkennen. Binnenin voelt men een constante onrust en men verlangt naar “rust” zonder te weten hoe deze te bekomen. Daaraan verbonden is het niet kunnen genieten.
Daarnaast zijn er nog andere indicaties die erop wijzen dat men niet goed functioneert. Het terugdringen van de frustraties in het onbewuste gebeurt immers niet ongestraft, ze steken met de regelmaat de kop op en de afweersystemen blijven op de duur constant aanwezig. Maar men voelt zich niet gelukkig. Het is trouwens kenmerkend dat men gelijkaardige frustraties in het onbewuste als het ware bijeenplakt in clusters. Zo wordt de opeenstapeling op een bepaald moment te groot en wordt alles “te veel”.
Wanneer de eigen persoonlijkheid goed is ontwikkeld zal het zelfbewuste individu frustraties en tegenslagen verwerken, op een bewuste manier er mee leren omgaan, gewoon door emoties toe te laten : men is bang, blij, bedroefd, boos en kan er gewoon weg mee. Dit is een goede affecttolerantie.
Lijkt één van deze emoties bij ons afwezig, dan klopt iets niet, dan mogen wij voor onszelf concluderen dat we verdringing toepassen. Zelfs indien ons verstand daar een goede uitleg voor heeft (rationalisatie).
Nog een sterke indicatie is het afwezig zijn van seksuele verlangens. De behoefte aan seks is in feite primair daar ze gelinkt is aan de voortzetting van de soort. Ook in die afwezigheid blijkt dat onze onderliggende behoefte aan veiligheid niet voldaan is en dat wij onze angst verdringen.

Volgens het circulair systeemdenken kan elk psychisch disfunctioneren als een communicatiemiddel beschouwd worden . Wanneer men niet meer de mogelijkheid heeft om in woorden duidelijk te maken dat er iets scheelt, gebruikt men als het ware een symptoomtaal om dit te verwoorden. We moeten dus kijken wat er achter het symptoom schuilt, wat de cliënt probeert uit te drukken, waar hij geen weg meer mee kan.
Freud noemde het deel van het “zelf” dat een regulerende functie heeft het Ueberich, opgebouwd via de signalen die men ontvangt vanuit de omgeving. Het geweten is er een deel van.
De signalen zijn vergelijkbaar met de strokes, het Ueberich is vergelijkbaar met cognities of interfererende karakters, die soms te streng zijn en een negatief zelfbeeld veroorzaken.
Bij de cognitieve therapie wordt aandacht besteed aan wat in de cliënt leeft onder de vorm van negatieve cognities. Deze uiten zich als foutieve basisideeën die spontaan door je hoofd gaan. Bij focusing spreekt men van interfererende karakters die de vorm aannemen van figuren die als het ware aparte stemmen hebben in je hoofd.
We kunnen interfererende karakters onderscheiden in 2 soorten :
-degenen die kritiek geven en het zelfvertrouwen onderuithalen, afbrekende aangeleerde negatieve cognities. Iedereen voelt de behoefte geliefd te worden, de behoefte aan waardering die moet vervuld worden. De” interne criticus” werd ons aangeleerd door het teveel ontvangen van negatieve strokes. Het geeft aan een individu de boodschap dat hij niet o.k. is of iets niet o.k. doet. Telkens wanneer wij onszelf betrappen op een eigenschap die niet aanvaardbaar wordt geacht, zullen wij proberen deze te onderdrukken en naar het onbewuste te verplaatsen want dit leidt tot grote angst.
-Daarnaast hebben we degenen die ooit als bescherming werden geïnstalleerd, als afweermechanisme, om grote angst om niet aanvaard te worden af te weren. Ze kunnen nuttig zijn maar werden op een bepaald moment onconstructief.
Zolang we het nodig hebben afweer te gebruiken betekent dit immers dat onze affecttolerantie nog niet in orde is, dat we onze emoties nog niet onder controle hebben. Het toepassen van afweer verhindert ons stappen te nemen om de Window of tolerance te vergroten. We zitten geblokkeerd.
En wanneer die coping -systemen niet meer voldoen, wanneer de clusters van negatieve gedachten in ons onbewuste te groot geworden zijn, beginnen wij slecht te functioneren. We zijn onszelf niet meer.
We hebben in feite onze “ware zelf” zelfs nooit kunnen ontplooien door een fout in de hechting.
Wij voelen ons niet aanvaard zoals we zijn en dus durven we onszelf niet zijn. Op dat moment worden wij de vijand van onszelf door geïnstalleerde zelfkritiek en angst is een rode draad die door ons leven loopt.

Een gedachte over “5 Afweersystemen

opmerkingen